Jonge geesten
Ik was even vergeten hoe goed Han Bennink ook alweer was maar na afgelopen zondag ben ik weer eens met mijn neus op het heerlijke feit gedrukt. Wat een mooie gedachte om te weten dat je zomaar even een van 's werelds beste drummers mag zien in het miezerige (het regende) Venlo. Het was niet bijzonder druk en ik had het idee dat de mensen die er waren zich merendeels focusten op het saxofoonspel van Benjamin Herman terwijl Bennink in zijn eigen universum de show stal. Bennink prikkelt, alleen al zijn mimiek is genoeg om een zaal van levensvreugde te voorzien. Hij bezit een kinderlijk enthousiasme, nog steeds, dat als een virus overslaat op zijn toeschouwers. Waaronder ook een tweetal kinderen deze zondag, die tussen de twee sets (ze deden er dus twee, het kon niet op) zelfs even de kleedkamer binnenliepen om een tekening te laten signeren. De twee kwamen terug met quotes van Bennink waar ik stiekem erg om moest grijnzen. Ik ben ze helaas vergeten, het bracht me wel op de gedachte dat Bennink door een stel kinderen geïnterviewd zou moeten worden. Dat levert volgens mij een schitterend artikel op. Eenmaal thuis surfde ik direct naar Benninks site en wat zie ik daar? Brieven van kinderen aan hun muziekleraar die Bennink onlangs uitnodigde om een masterclass te geven. Die brieven als het bewijs van Benninks eeuwigheid. Daar doet hij het voor.

Nog zo'n gedachteflard die me te binnenschoot is dat Bennink met zijn percussionele speelsheid erg dicht bij die ongeremde kinderlijkheid van Animal Collective en Ariel Pink in de buurt komt. De muziek verschilt als appels en peren maar de essentie is hetzelfde: plezier.
Veertig jaar geleden deelde hij podia met Eric Dolphy en Wes Montgomery en nog steeds blaakt hij van spelvreugde. Respect.
Ik wordt klein van bewondering als ik eraan denk dat hij regelmatig met Derek Bailey (r.i.p.) speelde. Nog gunt hij iedereen een kans om bij hem in de buurt te komen, zo speelden ze zondag vooral nummers van contrabassist Ernst Glerums nieuwe album, The Itch. Bennink geniet zichtbaar als Glerum een meeslepende solo van zijn bassnaren laat glijden, als hij een foutje maakt grijnst hij, hij kickt er bijna op. Zelf struikelt hij regelmatig over zijn drumstokken, kwastjes, koebellen en bekkenschalen. Je vraagt je af of hij het erom doet. Hij staat op, schuift zijn stoel naar achteren en gaat zitten, de poten schrapen over de vloer. Pas drie seconden later realiseer je je dat hij geen last heeft van een slapend stuitje maar de stoel bij zijn spel betrekt. Wanneer hij een koebel op zijn snaredrum legt, zijn ogen sluit en om beurten op de rand van de drum en de koebel slaat en die er uiteindelijk afglijdt, vraag je je af of hij niet weet dat die koebel er uiteindelijk afglijdt. Schitterend, genieten van een levende legende. Dat maak je zelden mee.
Aanbevolen:
Eric Dolphy - Last Date
Derek Bailey, Han Bennink en Evan Parker - Topography of the Lungs
Derek Bailey, Han Bennink - Post Improvisation I
Verplicht leesvoer:
The Church of Me over Derek Bailey

Nog zo'n gedachteflard die me te binnenschoot is dat Bennink met zijn percussionele speelsheid erg dicht bij die ongeremde kinderlijkheid van Animal Collective en Ariel Pink in de buurt komt. De muziek verschilt als appels en peren maar de essentie is hetzelfde: plezier.
Veertig jaar geleden deelde hij podia met Eric Dolphy en Wes Montgomery en nog steeds blaakt hij van spelvreugde. Respect.
Ik wordt klein van bewondering als ik eraan denk dat hij regelmatig met Derek Bailey (r.i.p.) speelde. Nog gunt hij iedereen een kans om bij hem in de buurt te komen, zo speelden ze zondag vooral nummers van contrabassist Ernst Glerums nieuwe album, The Itch. Bennink geniet zichtbaar als Glerum een meeslepende solo van zijn bassnaren laat glijden, als hij een foutje maakt grijnst hij, hij kickt er bijna op. Zelf struikelt hij regelmatig over zijn drumstokken, kwastjes, koebellen en bekkenschalen. Je vraagt je af of hij het erom doet. Hij staat op, schuift zijn stoel naar achteren en gaat zitten, de poten schrapen over de vloer. Pas drie seconden later realiseer je je dat hij geen last heeft van een slapend stuitje maar de stoel bij zijn spel betrekt. Wanneer hij een koebel op zijn snaredrum legt, zijn ogen sluit en om beurten op de rand van de drum en de koebel slaat en die er uiteindelijk afglijdt, vraag je je af of hij niet weet dat die koebel er uiteindelijk afglijdt. Schitterend, genieten van een levende legende. Dat maak je zelden mee.
Aanbevolen:
Eric Dolphy - Last Date
Derek Bailey, Han Bennink en Evan Parker - Topography of the Lungs
Derek Bailey, Han Bennink - Post Improvisation I
Verplicht leesvoer:
The Church of Me over Derek Bailey
1 Comments:
tja Han Bennink, zo zijn er maar heeel weinig...
Spontaan kwam ook het idee in me op om eens met een drumcomputer te battle-n. Ik zie het affiche al voor me:
Live At The Parkfeest
Mijn Drumcomputer Vs. Han Bennink
Post a Comment
<< Home